Aan welke voorschriften moeten advocaten voldoen? Welke bevoegdheden heeft een advocaat? Bestaan er gedragsregels voor advocaten en wie spreekt hen daarop aan?

 

Het antwoord op deze en andere vragen is te vinden in de Advocatenlandsverordening (1959). Hierin staan alle rechten en plichten van advocaten beschreven. Deze Landsverordening dateert uit 1959, maar is sindsdien wel een aantal malen aangepast.

 

De Landsverordening gaat uitgebreid in op de voorschriften waaraan alle advocaten moeten voldoen. Elke advocaatwerkzaam op een van de eilanden van voormalig Nederlandse Antillen moet zich inschrijven bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en in een openbare zitting van het Hof de eed of de belofte afleggen (§1).

 

In paragraaf 2 komen de bevoegdheden en verplichtingen van de advocaten aan de orde.

 

De advocaten zijn bevoegd, in alle zaken en voor alle autoriteiten op Curaçao, Aruba en Sint Maarten en op Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de belangen van hun lastgevers te behartigen, alsmede hunlastgevers overal te vertegenwoordigen, waar zulks niet bij algemene verordening is verboden.

 

De advocaat is verplicht een dusdanige boekhouding te voeren, dat daaruit te allen tijde kan blijken, welke gelden van derden hij, waaronder mede begrepen als curator en als bewindvoerder, onder zich heeft. Deze gelden dienen op een afzonderlijke rekening te worden gestort en geplaatst gehouden.

 

In de Advocatenlandsverordening is verder een paragraaf geheel gewijd aan de tuchtrechtspraak. De tuchtrechtspraak heeft ten doel het weren van misslagen door advocaten in de uitoefening der praktijkbegaan en van inbreuken op de eer van de stand der advocaten. Zij wordt uitgeoefend in eerste aanlegdoor een Raad van Toezicht en in hoger beroep door een Raad van Appel.

 

De Raad toetst aan de Gedragsregels voor Advocaten, zoals opgesteld door de Orde van Advocaten.

 

Zie voor meer informatie hierover ook het hoofdstuk Klachten en Geschillen.

 

De Advocatenlandsverordening gaat ook in op het salaris van de advocaat. In paragraaf 5 staat:Advocaten berekenen het salaris voor werkzaamheden in alle zaken zonder onderscheid, welke zijverrichten, alsmede voor werkzaamheden welke geen betrekking tot enig rechtsgeding hebben, naarmate van het belang, de omvang en de ingewikkeldheid der zaak, de daaraan verbonden moeilijkheden en dedaaraan bestede tijd en naarmate zij zich voor hun besprekingen buiten hun kantoor of woonplaats hebben moeten begeven.

 

Advocaten zijn verplicht aan hun cliënten desgevraagd gespecificeerde rekeningen over teleggen. Bij geschillen over het berekende salaris, kan de Raad van Toezicht wordeningeschakeld.

 

Zie voor meer informatie hierover ook het hoofdstuk Klachten en Geschillen

 

In de Advocatenlandsverordening zijn twee paragrafen gewijd aan personen die geen advocaat zijn, maarer toch hun beroep van maken om in bepaalde zaken op te treden als adviseur en gemachtigde.

 

De eerste is de belastingadviseur (§6). Deze persoon moet een schriftelijke toelating als belastingadviseur verkrijgen van de Raad van Beroep voor Belastingzaken alvorens hij mag optreden. De toelating wordt verleend, indien deze persoon, naar het oordeel van de Raad van Beroep voor Belastingzaken, van goed maatschappelijk gedrag is en een bij landsbesluit houdende algemene maatregelen vastgesteld examen voor belastingadviseur met gunstig gevolg heeft afgelegd.

 

advocatenlandsverordening>